Heb je je ooit afgevraagd waarom je paard bepaalde bewegingen met gemak uitvoert, en bij andere lijkt te ‘strugglen’? Of waarom blessures soms uit het niets lijken te ontstaan, zelfs bij goed getrainde paarden? De sleutel ligt vaak in de wisselwerking tussen vorm en functie – een fascinerend biomechanisch samenspel.
Vorm volgt functie… maar ook andersom
Een paard is geen machine. Het lichaam past zich aan aan hoe het wordt gebruikt. Veel training? Dan ontwikkelen spieren zich, gewrichten worden belast, pezen worden sterker. Maar: als die belasting niet optimaal verdeeld is, kunnen er op termijn ook problemen ontstaan.
Denk aan:
- Overmatige belasting van één kant door scheve of verkeerde ruiterbelasting.
- Te vroeg, te intensief trainen van een (jong of ongetraind) paard.
- Herhaaldelijke verkeerde houdingen van het paard tijdens beweging.
Het lichaam zal zich aanpassen, ja – maar niet altijd in de goede richting.
Wanneer vorm de grens stelt
Aan de andere kant bepaalt de bouw van je paard ook wat wél of niet mogelijk is. Elk paard heeft zijn unieke anatomie: de stand van de benen, stand van het bekken, de vorm van de gewrichten, ontwikkeling van de wervelkolom (cervicaal, thoracaal, lumbaal, sacraal), de ruimte in de borstkas…
Deze bouwkenmerken bepalen de mogelijkheden, maar óók de beperkingen en limieten.
Als je een paard bijvoorbeeld vraagt voor meer verzameling of zijgangen dan zijn fysieke capaciteiten toelaten, ontstaan er snel compensaties: stijve/pijnlijke rug, overbelasting van de voorhand, of zelfs artrose. En dan zijn we vaak te laat.
Het gevaar van verkeerde belasting
Wat begint als een subtiele scheefheid of lichte onbalans, kan op termijn leiden tot:
- Chronische overbelasting van bepaalde gewrichten.
- Verlies van bewegingsvrijheid.
- Asymmetrische spierontwikkeling.
- Artrose, peesblessures of problemen in het SI-gewricht, bekken en/of de rug.
Vaak herkennen we de signalen pas als het probleem al aanwezig is: een korter pasje, minder soepel galopperen, protest in de training, moeite met stelling of buiging.
Wat kun jij als eigenaar doen?
Gelukkig kun je veel problemen voorkómen door op tijd te handelen. Jouw rol als ruiter is cruciaal en daarbij ook de begeleiding van een vakbekwame instructeur. En daarnaast komt ook de paardenfysiotherapeut in beeld.
Een fysiotherapeut kijkt niet alleen naar blessures, maar juist ook naar het voorkómen ervan. Door het lichaam van jouw paard goed te analyseren – de bouw, de beweging, jouw doelstellingen met je paard en de juiste spierontwikkeling – kunnen we zien of er risico’s zijn op overbelasting of verkeerde compensaties.
Met vroege begeleiding kun je:
- Bewust trainen binnen de fysieke mogelijkheden van jouw paard.
- Asymmetrieën tijdig herkennen en corrigeren.
- De training aanpassen aan het ontwikkelingsstadium van je paard.
- Blessures en terugval voorkomen.
Preventie is geen luxe, het is zorg met visie
Gun jouw paard niet alleen verzorging en beweging, maar ook professionele begeleiding op maat. Zie de fysiotherapeut niet als een laatste redmiddel bij pijn, maar als een partner in de ontwikkeling en gezondheid van je paard.
Heb je vragen of wil je weten wat een fysiotherapeut voor jouw paard kan betekenen? Neem gerust contact op met LP-Physiotherapy – voor begeleiding met oog voor biomechanica, welzijn en prestatie.
